GESCHIEDENIS VAN AYUTTHAYA

De geschiedenis van Ayutthaya begint halverwege de veertiende eeuw. Toen bleek Siamese staat behoefte had aan een centraal gelegen stad. De vallei van de rivier de Menam was hiervoor de ideale locatie. Het Koninkrijk Lopburi zorgde uiteindelijk dat deze Siamese staat deel ging uitmaken van het rijk. Doordat deze staat expandeerde naar het zuiden verplaatste steeds meer tai-sprekende volkeren zich zuidwaarts. Een van de mensen die zich ook zuidwaarts verplaatste was een rijke Chinese koopman en avonturier genaamd U Thong. In 1350 bedreigd een epidemie het hof en daarom werd deze verplaatst naar de vlakte van de Menam. Hier werd op een eiland in de rivier de nieuwe hoofdstad Ayutthaya gesticht. De naam Ayutthaya verwijst naar het in Noord-India gelegen Ayodhya. Dit was de stad van Rhama, één van de bekende goden uit het hindoe-epos Ramayana. Vanaf dat moment nam U Thong een koninklijke naam aan, namelijk Ramathibodi. Hij was koning van 1351-1369.

Hij was ook degene die, ondanks dat hij zich bij de naam van de hoofdstad liet inspireren door een Hindoegod, in 1360 het Theravada Boeddhisme verklaarde tot staatsgodsdienst van de nieuwe hoofdstad. Om dit kracht bij te zetten haalde hij leden van een sangha naar Ayutthaya om een nieuwe kloosterorde te stichten. Van oorsprong waren dit boeddhistische monniken uit Ceylon. Er werden nog een aantal maatregelen genomen om deze nieuwe religie goed te laten inbedden in de nieuwe hoofdstad. De regels die hij destijds had opgesteld hebben standgehouden tot diep in de negentiende eeuw.

Invloedrijk

Al reeds aan het einde van de veertiende eeuw staat Ayutthaya bekend als een invloedrijke en sterke mogendheid in de regio van Zuidoost-Azië. Het handhaven van deze machtspositie was echter lastig door het gebrek aan manschappen. Koning Rathmathi deed er alles aan om de machtspositie van zijn rijk in stand te houden. Dit deed hij onder andere door nog in zijn laatste levensjaar Angkor te veroveren. Dit was in die tijd de hoofdstad van het Khmer-Rijk. Dit alles had te maken met strategische overwegingen om het Rijk zo te versterken. Uiteindelijk overleed de koning in 1369 en werd het Koninkrijk erkend door de Ming-dynastie die toen net de nieuwe machthebbers waren in China.

Gedurende de vijftiende en de zestiende eeuw lag de focus van het rijk op het schiereiland Malakka. Dit was destijds het islamitische gedeelte dat grenst aan het Koninkrijk. In de zestiende eeuw werd Birma steeds belangrijker en ook zij voerden een agressieve campagne jegens de aangrenzende gebieden. Het waren de Birmese legers die uiteindelijk de stad Ayutthaya veroverden. Toen werd ook de gehele koninklijke familie verbannen en weggevoerd naar Birma. De Thaise gouverneur Dharmmaraja kreeg zeggenschap over de stad. Het was uiteindelijk zijn zoon Nerasuan die de Birmezen weer uit het land verdreef zodat de Thaise onafhankelijkheid werd hersteld.

Handel met Europa

In de zestiende eeuw begon het contact met het Westen, want de Portugezen hadden Malakka veroverd en kwamen zo in contact met Ayutthaya. Hiermee deden de eerste Europeanen hun intrede. Al toen werden ook de eerste handelsverdragen beklonken. Portugal kreeg zo de mogelijkheid om handel te bedrijven met het Koninkrijk. Aan het einde van de zestiende eeuw wisten de Nederlanders ook een soortgelijk handelsverdrag af te sluiten op het gebied van rijsthandel.

De relatie met buitenlanders werd in de zeventiende eeuw nog sterker, zeker in de tweede helft van deze eeuw. De toenmalige koning Narai verwelkomde buitenlandse partijen op gastvrije wijze. Dit was echter wel tegen zijn aard, want deze toenmalige wereldleider had wantrouwen tegenover buitenlandse invloed. Toch werden er handelsbelangen gesmeed met meerdere landen, zoals Japan, Nederland en Engeland. Ook werden er Thaise diplomaten op missie gestuurd naar Parijs en Den Haag. Er werd voor een spreiding gekozen met meerdere westerse contacten om op deze manier de verschillende Europese partijen tegen elkaar te kunnen uitspelen, zodat geen van deze partijen te veel macht zouden krijgen. Toch had dit uitspelen ook nadelen en ontstonden er gewelddadige situaties, zoals in 1664, wanneer Nederland geweld gebruikt om een verdrag af te dwingen.

De 18e eeuw

Het hoogtepunt van het Koninkrijk van Ayutthaya ligt in de achttiende eeuw. Het rijk had net een bloedige periode vol van machtsstrijd achter de rug. Vanaf het tweede kwart van de achttiende eeuw brak er een periode van vrede uit waarin de stad en het rijk zich op cultureel en educatief vlak konden ontwikkelen. Hiermee werd het een hoogontwikkelde staat.

Je kunt ook stellen dat deze achttiende eeuw het begin van het einde was, want nog voordat deze eeuw ten einde was waren het weer de Birmese legers die de stad veroverden. Uiteindelijk werd Ayutthaya verwoest door de Birmezen waarmee een einde kwam aan dit koninkrijk. Onder leiding van de militaire commandant Taksin wist de kern van het rijk te ontsnappen. Het was onder leiding van deze commandant dat het Rijk weer overeind krabbelde en Siam vanuit een meer zuidelijke positie als een ware feniks uit de as herrees. De stad werd wel achtergelaten en kwam zo ten prooi aan de jungle waarin ze gesitueerd was. Alleen het tempelcomplex heeft de tand des tijds beter doorstaan.